Spring naar inhoud

Onvrij.

Aan de bosrand van het gehuchtje Montesquieu des Albéres staan we prettig afgezonderd van verkeer en mensen. Zoals altijd vinden we dit heerlijk en dat komt in dit corona-tijdperk goed van pas. We volgen het nieuws, maar de snelheid van de veranderingen door de virusuitbraak in Europa is bijna desoriënterend. Maatregelen volgen elkaar in hoog tempo op. Ook zien we de historische toespraak premier Rutte.

De volgende dag komen er een man en vrouw naar onze camper gelopen. Het zijn Nederlanders. We communiceren met het raam op een klein kiertje, zodat we allemaal beschermd blijven. Zij wonen in dit minuscule dorpje en stellen ons op de hoogte van de nieuwe regels van een ‘lockdown’: niemand mag meer naar buiten, óók niet met de auto, behalve naar de supermarkt, voor apotheek of ziekenhuis, om te mantelzorgen of voor het werk als telewerken niet mogelijk is. Daarnaast mag je in je woonplaats bewegen (maar niet groepsgewijs) ten behoeve van jouw gezondheid of die van je huisdier…. (In Spanje is t nóg strenger, dus we boffen dat we naar Frankrijk gegaan zijn) Bij alle bewegingen moeten we in bezit zijn van een ingevuld formulier, een ‘verklaring van uitzonderlijke beweging’. Deze behulpzame mensen komen ons printjes brengen van dit formulier, zodat we een beetje bewegingsvrijheid hebben. Zo vriendelijk!

In onze levensstijl verandert met de nieuwe maatregelen niet veel, maar nu is het dus verplicht. Dat voelt wel net effe anders, onvrijer.
Na 2 dagen regen en kou wordt het weer zonnig en 20 graden. Buiten koffie drinken mag helaas niet meer en met de wandeling met Pinke moet ieder van ons een ingevuld formulier meenemen. Vanuit de camper kunnen we direct het bos in voor ook langere wandelingen, zonder dat we gecontroleerd zullen worden. Toch ietsje vrijer.

Net als iedereen worden ook wij ons per dag meer bewust hoe bedreigend dit virus kan zijn, met name voor een kwetsbare groep, waartoe Klaas ook behoort. Hij kan er dood aan gaan, maar hij kan er ook zó ziek van worden dat ie wel een jaar aan het herstellen is! Daar zitten we natuurlijk niet op te wachten. Klaas zegt droog dat hij voor beiden geen tijd heeft, ‘want mijn boek is nog niet af’.

Ons nieuwe reisplan, ‘een beetje toeren door Frankrijk en dan meteen door naar het uitgestorven Lapland’, is alweer snel van de baan. Na Spanje en Portugal hebben de Scandinavische landen al snel ook hun grenzen gesloten. We zijn natuurlijk ook wel wat naïef geweest. We dachten dat we in Spanje onvrij zouden zijn door de nieuwe regels, maar hadden kunnen bedenken dat dat ook in andere landen zou gaan gebeuren.
Ondanks de oproep van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken om terug naar NL te keren, voelen we ons daartoe niet genoodzaakt. Immers: we zijn hier in de warmte en in afzondering veiliger voor dat virus dan in NL. Daarbij zijn inmiddels ook de Franse grenzen gesloten, dus we zitten hier ‘vast’. Met wat aanpassingen hebben we genoeg voorraad voor een maand, dus besluiten we om zo lang mogelijk hier te blijven tot het in NL warmer is en de grenzen weer open zijn.
De gendarmerie spreekt een aantal keer jongeren uit het dorp aan die basketballen of tennissen op ’t nabije sportveldje. Ons spreken ze niet aan, dus blijkbaar worden we getolereerd.

Elke dag komt het Nederlandse stel (met hun honden) langs of we iets nodig hebben, ook zij zitten verplicht thuis… Ze blijken een campingwinkel te hebben, maar deze gaat voorlopig niet open. En ach ja, nu we voor onbepaalde tijd in het zuiden zitten: mijn hagelslag is bijna op… De ochtend beginnen met een kop koffie en een boterham met hagelslag stemt me zó tevreden! Dus we kopen dit uit hun voorraad van de campingwinkel. Hagelslag! Zelfs hier voorziet het universum in. 😉

Na een paar dagen komt een man die zich voordoet als de burgemeester en zegt dat we hier niet mogen staan. Gezien de bijzondere omstandigheden dat we de weg niet zomaar op mogen, hebben we hier wat minder begrip voor dan normaal. Onze instelling ‘onze vrijheid eindigt als de vrijheid van een ander beperkt wordt’ maakt dat we toch vertrekken.
Maar niet halsoverkop. Ik neem even de tijd om teleurstelling toe te laten, om daarna mijn aandacht te richten op vertrouwen wat ‘het lot’ brengt.
Bij een laatste contact met de Nederlanders vertellen zij overigens dat de ‘echte’ burgemeester een vrouw is… Ondanks dat besluiten we weg te gaan, maar waar naar toe?
Op internet hebben we gelezen dat camperaars op het speciale formulier ‘Retour aux Pays-Bas’ kunnen zetten en dan, alleen in de kortste route, naar huis mogen rijden. Kortom: vrij reizen kan dus écht niet meer! Er wordt in Frankrijk flink gecontroleerd en boetes uitgedeeld. Gelukkig vinden we 2 km verderop een ander natuurlijk plekje, vanwaar we ook weer andere wandelingen kunnen maken.

Lezend in de stilte van de nacht komt ineens op dat wanneer een gastland zo’n groot gezondheidsprobleem heeft, wij niet tot last moeten zijn. Het is een laveren tussen ons individuele belang en het groepsbelang. In Spanje lopen de besmettingen en doden in schrikbarend tempo op en wie weet hoe dit voor Frankrijk gaat lopen. Stel dat één van ons ziek wordt, dan zou het heel onprettig zijn om in deze tijd hun zorgsysteem extra belasten.
Als Klaas wakker wordt drinken we een kop thee, zoals we wel vaker ’s nachts ‘een breakje doen’ en ik vertel mijn ingeving. Tevens filosoferen we over wat deze memorabele tijd kan gaan brengen in de toekomst. Wat zijn de lessen voor het individu en de maatschappij? Zal het een bewustzijnssprong geven in hoe mens en natuur met elkaar verweven zijn?

Ook Klaas erkent dat we de terugweg naar NL aan moeten vangen, alleen niet gejaagd. Elke dag een stuk noordelijker rijden en nergens meer boodschappen doen. Onderweg worden we door de gendarmerie gevolgd of aangesproken: het is duidelijk, we zijn niet meer welkom. De reis verloopt soepel, ook bij alle grenzen.
Frankrijk is zo uitgestorven, dat kuddes reeën overdag op de velden lopen. Later merken we dat het in NL druk is op de weg, alsof er niks aan de hand is. Het is een rare ervaring hoe de maatregelen per land verschillen en dat in één Europa.

Woensdag 25 maart komen we aan op ons perceeltje in Drenthe. We boffen met ons 2500m² bos, waar we alle comfort en ruimte hebben. Het is zó passend om na al die kilometers asfalt terug te keren naar de natuur. Daarbij is het ook fijn dat we niet hoeven verkassen naar een huis, maar lekker in ons knusse mobiele huisje kunnen blijven.
Toch moeten we erg wennen. De snelle overgang van zuid Frankrijk naar hier zijn we niet gewend. Het is hier koud en kaal, maar de dikke knoppen beloven een spoedige lente.

Terug in dit volle landje is de grote invloed van de (zogenaamde) welvaart ten koste van de natuur een afknapper. Na het natuurschoon de afgelopen 5 maanden, valt met de wandeling door ‘ons’ recreatiebos opnieuw de aantastingen op: gesloopte beplanting, grasvelden, grote huizen op kale percelen, de vele hekken om perceeltjes, gedumpt afval, pallets met stoeptegels, klaar om nóg meer natuur te beteugelen… Alles voor de controle van de mens. Een bos is zo snel vernield en duurt zo lang voor het weer terug is. Mijn ‘hekel aan mensen’ komt in alle hevigheid omhoog. Een diepe teleurstelling in de mensheid, waar Klaas ook geregeld onder lijdt, is nu mijn deel.