Spring naar inhoud

Safari

We verkassen om de paar dagen 1 á 2 kilometer, om op ons gemak de natuur te ervaren. Gedurende twee weken nemen we rustig aan de onverharde hobbelweg terug, naar de bewoonde wereld. Rechts is de vallei, links kijken we tegen de heuvels op. De begroeiing bestaat uit steeneiken met ertussen kleurig bloeiend kruidenlandschap, de helder paars bloeiende lavendel en veel zonneroosjes, die er in de kleuren wit en fuchsia voorkomen. Er zijn langs de onverharde weg diverse dieren-observatiehuisjes met een dakje. We parkeren er en het voelt als ‘camper met veranda’, met een geweldig uitzicht. Het weer is voortreffelijk, wisselend tussen de 22 en 28 graden en zon. Sommige dagen moeten we met witte doeken de groene camper afdekken, anders wordt het te heet.
Wat voor ons heel goed voelt is dat het een open gebied is en de weg is afgebakend met hekwerk, zodat wij vanuit ‘gevangenschap’ de vrije natuur kunnen aanschouwen. Uiteraard prikkelt ook bij ons wel eens de gedachte om het gebied ín te willen, maar dat kan gelukkig niet. Zéker heel goed nu het in deze periode één grote kraamkamer is.
Om ons heen is het een continue zoemen van insecten. Daarbij zien én horen we vele vinkjes, duiven en zwart-witte eksters, schuwe rode patrijzen* en groene spechten*. Boven de rotsen cirkelen vale gieren en de bedreigde monniksgier*. Deze laatste komt alleen nog in Spanje in het wild voor. De laatste 20 jaar hebben de 400 paartjes zich kunnen vermeerderen tot 1200.

Vale Gier, Monniksgier en Rode Patrijs

We leren over het fenomeen dieren spotten in de praktijk: het belang van windrichting, lichtval, camouflage… ons witte hondje wordt van bovenaf meteen gezien. We houden rekening met het ‘golden hour’, het eerste uur ná zonsopgang en het laatste uur voor zonsondergang: in het prachtige avondlicht zien we in de vallei veel reetjes en konijntjes vredig knabbelen.
Hoezo ‘wilde natuur’? Wat niet leeft volgens de door de mens bedachte regels noemen we wild. Iets wat leeft in natuurlijke vrijheid wordt door de mens gezien als verwilderd, primitief, ongetemd… Klaas associeert dat mensen die 2000 jaar geleden niet leefden naar het Griekse (denk)systeem al 'wilden' of 'barbaren' werden genoemd. Ik realiseer me ineens dat onze vorm van camperen in Nederland wordt gekwalificeerd als 'wild kamperen', omdat we niet op campings staan, maar het liefst bij de vrije natuur, zonder iets te verstoren of te vernielen.

We speuren in stilte de omgeving af naar de meest zeldzame katachtige van de wereld: de Iberische Lynx ook wel pardellynx genoemd. Deze is een slagje kleiner en donkerder dan de Europese lynx die langzaam de Nederlandse grens nadert. Dit gebied is één van de weinige gebieden waar hij nog voorkomt, maar we hebben geen idee waar en wanneer dit roofdier zich kan laten zien. Het is duidelijk dat vogels en graseters makkelijker te spotten zijn, dan roofzoogdieren. Maar toch worden we op klaarlichte dag verrast met nog een paar rennende wilde zwijntjes. Eerder hadden we al de Iberische steenbok* gezien die familie is van de berggeit. Nu ontdekken we in de verte een Moeflon*, een wild schaap die er met zijn gekrulde hoorns voor mij eigenlijk ook uit ziet als een berggeit.

Moeflon

Het observeren is het fijnst wanneer ik met open zintuigen op ga in de omgeving. Ontvankelijk zijn voor wat zich aandient: een bloemetje of insect, een vogel of zoogdier of iets van een hele andere orde zoals ineens een perspectief veranderend inzicht. Sommige momenten jagen mijn ogen op resultaat. Mijn ‘ik wil’ voert dan de boventoon. Er ontstaat onrust wanneer zich niet snel genoeg iets bijzonders te zien is en het ‘wachten’ voelt als verveling. Deze innerlijke observaties zijn leef-leer momenten.
De vakantieweek voor Pasen komen er wat meer lynxspotters het gebiedje in. Hoewel we niet meer alleen zijn, voelt de stille, saamhorige sfeer ook fijn. Met rust en ontzag tuurt men uren lang naar de natuur. We ervaren bij hen ook een gelijkwaardigheid tussen mens, dier en leefgebied. We leggen contact met twee ervaren lynxspotters. De vrouw heet Natalia en spreekt goed Engels. Al 13 jaar komen ze vele vakantiedagen en weekenden hier observeren en deze dagen leven ze eenvoudig in hun landrover. Vanwege Covid en de reisbeperkingen blijkt het veel rustiger in dit gebiedje dan andere jaren. Natalia is lerares en deelt veel van haar kennis met ons, die we gretig in ons opnemen: Anders dan de verhalen schijnt de lynx niet zo schuw te zijn (een beetje afhankelijk van het karakter per dier), maar er zijn vooral weinig in aantal, daarom zie je ze zelden. Zolang er maar geen geschreeuw, geren of onverwachtse bewegingen zijn, zijn ze best nieuwsgierig, net als katten. De lynx eet voornamelijk konijntjes, vogels en andere kleine prooidieren, maar in de herfst en de winter overmeestert een volwassen lynx ook wel een hert of zwijn! Deze reis ga ik anders aankijken tegen muisjes en konijntjes: als altijd verse prooidieren én dus de aanwezigheid van roofdieren.
Dit gebied is van een hele rijke eigenaresse, die een liefde heeft voor de natuur. Het hekwerk is om mensen buiten te houden, maar ook om de reeën niet naar een ander gebied door te laten, waar recreatief op hen gejaagd wordt. Wij ervaren het hier als supervredig, maar tussen oktober en februari is dit één van de meest favoriete jachtgebieden van Spanje. JASSES!
De lynx is zowel overdag als ‘s nachts actief, dus onze spottervrienden turen de hele dag door, waardoor zij zo nu en dan een lynx op de hellingen zien. Wij hebben ook de behoefte om ons terug te trekken in ons huisje en zien ze niet. Dagelijks hebben we een moment van mooie gesprekken, maar we laten elkaar helemaal vrij.
Het leefgebied van de lynx werd kleiner doordat de mens zijn leefruimte innam. Daarbij waren er door ziekte weinig konijnen, wat resulteerde in het bijna uitsterven van de Iberische lynx. In 2002 waren er minder dan 100 exemplaren over. Een Lynx Rescue Team werd opgericht en nu, bijna 20 jaar later, zijn er bijna 800 in Spanje. Onze lynxspotters geven hun observaties ook door aan dit Rescue Team. De Spaanstalige rescue-werkers beginnen ons gedurende de week ook te begroeten.

28 Graden en de aanhoudende volle zon maakt dat we verkassen naar het vlakkere, dichter begroeide deel. Aan een beekje, tussen de eiken, de els, de in bloesem staande wilde peer en de geel bloeiende brem. Het vriendelijke groen en gefilterde licht is heerlijk aan de ogen.
Bij een wandeling trekt Pinke naar iets interessants… het blijkt een gladde slang te zijn, die een prooidier aan het wurgen is. Terwijl we met dubbele gevoelens kijken naar deze wrede dood, horen we de laatste piepjes en zien we het lijfje schokken. Daarna probeert deze slang zijn dode prooi in zijn geheel door te slikken. Zijn prooi is ruim twee keer zo dik als de slang, dus lijkt het ons onmogelijk. Ik voel me er een beetje onpasselijk van worden. Klaas memoreert tijdens dit akelige tafereel dat beide dieren, alle dieren, ook dit in alle goedheid doen. Ik maak foto’s en film zelfs stukjes terwijl ik week op mijn benen sta. Een beetje een mengeling van weerzin en leren om deze kant van de natuur te omarmen.
Op internet zoek ik op dat het om een ongevaarlijke trapslang* gaat die kleine knaagdieren, grotere insecten en kleine vogels eet. Grotere prooien worden gewurgd. Na wat speurwerk ontdekken we dat zijn prooi een eikelmuis* was. Deze behoort tot de slaapmuizen en heeft de grootte van een jonge rat. Onze eikelmuis had een bruin, zwart, witte vacht, met de typische maskertekening op zijn snuit. Vooral zijn zwart-witte lange pluimvormige staart en de grote, kale oren waren kenmerken om zijn soort te achterhalen.

Gladde trapslang met Eikelmuis

We lopen een paar keer per dag een kwartier terug naar de vallei, waar we dan turen naar elk bewegend stipje om tóch een keer een lynx te ontdekken. Op een dag zitten de twee ervaren lynxspotters op zo’n tien meter van ons, zodat we elkaar kunnen attenderen als we iets zien. Pinke ligt, niet aangelijnd, op de weg te genieten van het ochtendzonnetje. Plots springt achter ons een jonge lynx* uit de bosjes en loopt hij om Pinke heen. Alles wat niet blaast, blaft of op haar afkomt vindt Pinke interessant, dus zij gaat argeloos naar de lynx toe. Natalia zegt met dringende stem dat Pinke serieus gevaar loopt. Nieuwsgierig loopt de lynx om Pinke heen, vermoedelijk inschattend of dat witte hondje met haar rode truitje aan, een prooi is. Ik wil de lynx niet wegjagen, maar Pinke wel beschermen. Met lichte stemverheffing praat ik Pinke naar mij toe om haar aan te lijnen. Pinke kost het wat moeite om naar mij te luisteren en haar aandacht voor de lynx los te laten. Ik zet een paar pasjes naar Pinke en lijn haar aan. Beiden staan we dan op drie meter van de ‘wilde lynx’. Daarna blijft hier dier nog een kwartier om ons heen drentelen, gaat op zo’n 7 meter afstand liggen kijken, beetje geeuwen, doet zijn oogjes dicht. Daarna probeert hij nogmaals dichter bij Pinke te komen, waarbij ik kalm kan optreden, zonder de lynx weg te jagen. (video https://youtu.be/mC4SrezGU5). Wanneer de lynx uiteindelijk ziet dat hij geen kans maakt en springt hij weer weg in de struiken…
Die twee ervaren lynxspotters hadden dit nog nooit meegemaakt. Zij zijn nog nooit zo dichtbij een lynx geweest. Dit is onze eerste ontmoeting en die wordt vermoedelijk nooit meer overtroffen.
Ik vond het best wat gemoedelijks hebben tussen Pinke en de lynx, maar de  geschrokken Natalia dacht dat dit het einde van Pinke zou worden. Ze vindt het een wonder dat haar niks overkomen is. Wanneer dit een volwassen lynx was geweest was het zeker anders afgelopen, denkt ze.
Ze legt ons wat meer uit over deze lynx: Het is een mannetje van één jaar dat door het Rescue Team Rafiki is genoemd. Hij is wat mager, vermoedelijk is hij nog niet vaardig genoeg in prooien vangen. Op de helling vanaf waar hij kwam, heeft zijn moeder een nieuw nestje jongen, terwijl ze Rafiki bijvoert totdat hij zelf in staat is om genoeg eten te vangen. Sommige zonen helpen als ze ouder zijn de moeder met het vangen van prooien voor nieuwe nestjongen. Ook het Rescue Team legt geregeld vers konijnenvlees neer, om de soort te ondersteunen, nu de konijnenstand nog in herstel is.
’s Avonds in bed is het warm. Door de open ramen horen we de kwakende kikkers en de tsjirpende krekels. Na de bijzondere ervaring van vandaag, voelt het alsof we werkelijk in de jungle zijn. We zijn op safari, maar dan heel langzaam. Elke dag één nieuw dier.

Lezend in bed zie ik vanuit mijn ooghoek een fel groene kleur bewegen. Ik moet denken aan een leguaan, maar die komen hier niet voor. Het blijkt een parelhagedis* te zijn.
In de vallei horen we geregeld een miauw-achtig geluid, waarvan ik dacht dat het misschien van de lynx was, maar ik hoorde dat het van een klein uiltje zou zijn. Nooit eerder heb ik een uil gezien, dus op een avond wandel ik terug en bij zijn laatste miauw-uithalen zie ik een steenuiltje* zitten in een steeneik. Wauw!
Ik geniet enorm van al die nieuwe, vrij levende dieren (die ik heb aangegeven met *). Als geboren en getogen stadsmens voelt het bijzonder om te ontdekken dat ik eigenlijk een natuurmens ben, als ik mijn hart volg. Dit deel van mij was me totaal onbekend, tot zo’n negen jaar terug deze ontwikkeling begon.
Onze laatste nacht brengen we door in het gebiedje met glooiend weiland, waar we eerder de edelherten* zagen. Die laten zich nu niet meer zien, maar wel de moeflon, een dik zwijn en… een paar damherten*. Zij hebben witte vlekjes op hun kastanjebruine vacht.

Parelhagedis, Steenuiltje en Damherten

De politieke soaps die we op afstand volgen brengen ons geregeld in een kolderieke stemming. Na de eindeloze afleveringen van Trump en de Brexit-soap, waren we wel weer eens toe aan een productie van vaderlandse bodem: De uitgelekte notities bij de verkenning van een nieuw kabinet, met moties van wantrouwen en afkeuring… Intriges in een falend bestuurssysteem. Naast dat we er een kans in zien voor verandering, vinden we de potsierlijke vertoning ook best vermakelijk.
Gebeurtenissen uit het nieuws proberen we te duiden: wat betekent iets in het grotere plaatje? Hoort iets bij het (krakende) oude systeem of is iets een vernieuwing, soms wellicht een ‘blessing in disguise’? Af en toe neemt cynisme bij ons de overhand en dan kijken we online naar colleges over de 'de ontwikkeling der mensheid', om alles weer in het juiste perspectief te plaatsen en vooral de grotere tijdschalen van ontwikkeling weer helder te hebben.

Na 3,5 week zijn we eigenlijk toe aan boodschappen doen. Bah, ik zie ertegen op. Ook ons water is bijna op. We hebben het laatste restje drinkwater gekregen van de vertrekkende spottervrienden. Qua eten schakelen we over op ons ‘noodrantsoen’, maar voor water rijden we 2,5 uur over de zeer slechte weg, om een berg heen, terwijl we hemelsbreed maar zeven kilometer verkassen. Bij één van de tientallen gaten in de weg, zitten een stuk of vijf jonge konijntjes. Wanneer wij in slow motion aan komen rijden, duiken ze weg in hun hol ónder dat wegdek!
Terug bij de waterbron van twee weken geleden, tappen we 140 liter in 2,5 uur. Acht minuten voor een acht literfles vol is en daarmee heuveltje op en af, in de stralende zon. Wat is het genieten dat tijd in onze manier van leven weinig waarde heeft en de puurheid van bronwater des te meer.

Aan de Jándula rivier ontdekken we een nieuwe natuurplek. Eind van de middag zitten we in de schaduw van de rots aan de waterkant. Het is groen en stil, wéér een topplek! Open voor welke dieren zich zullen tonen bekijken we de bewegingen van een rivierfkreeftje*. En even later steekt ineens een waterschildpad* zijn koppie boven het water uit, om ons te observeren. We verwonderen ons over al het nieuwe dat we deze periode zien en leren. Wanneer Klaas de ’s avonds afwas doet en ik in de schemering aan de waterkant zit vliegt er een ijsvogeltje* voorbij. Geweldig die helder blauwe kleur, met oranje borst, maar zó schuw en snel.
De volgende middag zitten we weer otters te spotten. Om de lynx te spotten hoefden we niet muisstil of bewegingsloos te zijn, maar voor de otter... Jemig, wat is dat dier schuw! Hij ziet en hoort elk minuscule beweging of geluidje en dan duikt hij al onder. Wanneer ik uiteindelijk naar de camper ga, komt Klaas niet veel later terug. Gelijkend op zijn jonge kleinzoon roept hij opgetogen: ‘Ik zag een otter! Hij buitelde in het water en ik sloop ernaar toe en hij zag mij niet!’ Wat hou ik toch van die man met zijn ontwapenende karakter!
Tegen zevenen ‘s avonds is het nog steeds ruim 20 graden, dus doen we een eenvoudige BBQ met vegetarische knakworsten en -balletjes, afbakstokbrood, gepofte sjalotjes en knoflooksaus. En ondertussen rondkijken waar het water kringelt en de otter zijn aanwezigheid prijsgeeft. Daar aan het water, in het groen met het  gekwetter van vele vogels om ons heen is het zó vredig! Fantastisch. Naast vinkjes, merels, zwaluwen, spechten, blauwe eksters, de nachtegaal en nog veel meer horen we ook continue de koekoek. Het lijkt wel een kapotte klok: hij koekoekt urenlang en we zien de vogel nooit. We lezen dat het een mannetje moet zijn, want het vrouwtje is in deze tijd een sluw plan aan het uitvoeren. De koekoek besteedt de zorg voor zijn jongen uit. Het vrouwtje legt haar ei in het nest van een andere vogel, die vervolgens zijn jong groot brengt. Dat klinkt allemaal heel gezellig, maar de oorspronkelijke jongen worden door de koekoek uit het nest gekieperd. De zorg voor een jong op een ander afschuiven valt of staat met het stiekem leggen van de eieren, want de adoptieouders mogen natuurlijk niet zien dat een koekoek een ei in hun nest legt. De vrouwelijke koekoek slaakt, nadat ze een ei in het nest heeft gelegd, een kreet die sterk lijkt op die van een sperwer, een natuurlijke vijand van andere vogels. Het resultaat: de geschrokken vogel blijft langer weg van het nest, waardoor de koekoek voldoende tijd heeft om zijn ei te leggen en zich uit de voeten te maken.
En… dan tegen negenen, nét voor het donker, zie ook ik voor het eerst een otter* zwemmen. Tof!

Rivierkreeft, Waterschildpad en de Otter

Wat ik hier allemaal ontdek is te veel om in me op te nemen. Wat het meest opvalt komt als eerste binnen en als dat verwerkt is, vallen steeds kleinere details op, maar dan nog... té veel!
We nemen een wandelroute in het afgesloten park, weg van de rivier. Misschien zien we nog wel een lynx of de schuchtere koekoek. We bestijgen een heuvelwand van 100 meter hoogte en wandelen daarna kalm over een egaal stuk, tussen twee heuveltoppen in. Pinke moet tussen ons in, want we zijn nu gewaarschuwd voor de lynx.
Het uitzicht is fenomenaal! Lieflijk smalle paadjes tussen bomen en struiken, alwéér veel waanzinnig mooi bloeiende lavendel, rode klaprozen, afgewisseld met weids uitzicht over de riviervallei. En daar lopen wij in ons uppie! Er is niemand! We kunnen het niet begrijpen en tegelijkertijd prijzen we ons rijk. Mijn oog valt op steeds kleinere bloemetjes en ik ontdek minuscule perfectie! Wauw!

Het gele bloemetje is 0,5 cm en het blauwe zelfs maar 2 mm! Waanzinnig!

Dit is voor ons het interessantste natuurgebied van Spanje dat we tot nu toe ervaren hebben. We overpeinzen of en hoe we nu verder zullen reizen, mede vanwege de boodschappen… Rijden we naar de stad op en neer? Of naar het grootste natuurgebied van Europa, in west Spanje? Misschien zijn we na 9 maanden wel voldaan, en hebben we geen behoefte om ons weer opnieuw te openen voor wéér een ander gebied. Zullen we alvast noordelijk rijden? In Spanje blijken we terug naar huis te mogen rijden, maar Frankrijk legt met de verplichte PCR-test en een vragenformulier belemmeringen op… dáchten we. Van een campervriend krijgen we de tip, dat er op het Franse reisformulier staat: ‘ontheffing voor reisbeperking ten behoeve van gezondheidszorg en preventieve procedures (inclusief vaccinatie)’. Klaas heeft zijn vaccinatie-oproep binnen. Het verlangen naar ons bosperceel in NL was de afgelopen weken naar de achtergrond verschoven, maar niet weg, blijkende ons metéén opwellende enthousiasme. De vaccinatie is dus niet alleen bescherming tegen het virus, maar het is ook ons 'ticket home'! En ik mag mee, als chauffeuse van de ‘kwetsbare en behoeftige mens’. We are só lucky!
Dus… we gaan terug naar NL!
Het is begin april, als we twee uur lang met weemoed afscheid nemen van het prachtige gebied. Samen in stilte het licht zien worden, op de rots aan de Jándula rivier. Tussen de indrukwekkende vogelgeluiden nog twee otters gezien en een waterschildpad.

Met een vaccinatieafspraak en boodschappen voor drie weken, kunnen we formeel aan alle covid-maatregelen voldoen...
Meebewegen met het onverwachte hebben we afgelopen jaren geleerd en we zijn het gaan waarderen.

1 gedachte over “Safari

  1. Pingback: Wild Life – Levensreisblog.nl

Reacties zijn gesloten.