Spring naar inhoud

Overweldigend

Over de Brennerpas zijn we de Zuidelijke Alpen binnen gekomen. Een kwart van het totale Alpengebied ligt in Italië. Ten oosten van Bolzano, 75 km landinwaarts, liggen de meest grillige bergketens van de Dolomieten. Dát lijkt ons een interessant gebied. Gemoedelijk slingert de weg vanaf 1000 meter naar 1500 meter. Daar zien we de skiliften de hoogte in gaan. Via ontelbare bochten volgen we deze kleurige, zwevende bakjes naar het Sella-massief. Gelukkig heb ik rijervaring in de bergen. Door de ramen zien we naaldbomen op de hellingen die al gauw overgaan in kale, ruige bergtoppen die de blauwe lucht insteken. We komen ogen te kort. Ongelooflijk! Majestueus!
Ik ervaar het als een stoere klus om ons huis door dit imponerende gebied te sturen. Klaas en ik beiden zijn blij dat hij niet meer rijdt. Het vraagt inspanning en oplettendheid, dus niet teveel rondkijken.
We zoeken naar plekjes op parkeerplaatsen langs de weg, waar ook nog een beetje rustig te wandelen valt, maar dat is niet eenvoudig. Er zijn nog steeds behoorlijk veel mensen in dit stukje Dolomieten. Wielrenners, mountainbikers, motoren en auto’s die af en aan naar wandelgebieden rijden… Deze dynamiek past ons niet.
‘s Ochtends rijden we het Sella-massief in, maar waar we ook stoppen is het druk of wordt het druk, dus als snel gaan we weer door. Zo worden we verder gedreven, de hoogte in. Ineens passeren we de Sellapas op 2244 meter, gelegen op een smalle bergrand. In alle richtingen is het uitzicht adembenemend. Ik zoek een parkeerplekje om foto’s te kunnen maken. Klaas blijft zitten, die is voor vandaag verzadigd.

Het is vol en toeristisch, dus ook hier zullen we niet blijven. Meer dan tien haarspeldbochten leiden ons weer een paar honderd meter omlaag. We hebben in één dag al vier parkeerplekken gehad en meer gezien dan we kunnen verwerken. Ik wil nog één laatste locatie proberen, want vermoedelijk komen we hier nooit meer.
En hup, weer vele haarspeldbochten omhoog eindigen we op de Pordoi-pas, opnieuw op 2240 meter. Met wat mazzel kunnen we een hoekje innemen op een grote parkeerplaats, waar campers verboden zijn, maar gedoogd worden. We sluiten ons eerst af door lekker te gaan lezen. Ons systeem moet tot rust komen.
Eind van de middag wandelen we tussen bergen die nog eens 700 meter hoger zijn. Wow, wát een indrukwekkend gebied!

In de avond daalt er een serene rust neer en voert de avondlucht een prachtig lichtspel met de bergen op.

De volgende dag wandelen we niet met al die anderen mee over de bergpaden, maar nemen we een vlakke, doodlopende weg, waar maar weinigen komen. Eindelijk kan Pinke weer lekker los lopen en wij verinnerlijken op rustige wijze deze omgeving.

Zo’n 60 miljoen jaar geleden werden de Dolomieten gevormd door het botsen van aardplaten. In zijn kleiatelier heeft Klaas het mineraal ‘dolomiet’ als ingrediënt voor glazuur en we lopen over een verlaten stukje helling om tussen het bergpuin échte dolomiet-steen mee te nemen. Het is een hard, wit gesteente, gevormd uit koraal van zo’n 250 miljoen jaar oud. Er ligt hier ook ruw, zwart gesteente. Door vulkanische activiteit tijdens de vorming van dit gebergte kwam er een laag lava over de koraalkalk heen, dat vanwege de zachtheid geërodeerd is.
Er is hier niemand. We drinken hier onze koffie en genieten.
Het weekeind begint, dus als de parkeerplaats zich weer vult, slingeren wij vermoeid het gebied uit.

Op zoek naar een mooie, natuurlijke plek worden we soms midden op een doodlopende weg geconfronteerd met loketten waar ze ineens twintig of dertig euro vragen voor we verder mogen rijden. In eerste instantie baal ik ervan, maar dit verandert als we ons realiseren dat dit heldere signalen zijn van massatoerisme. Natuur wordt op deze plekken als attractie behandeld, met veel consumptievoorzieningen en parkeerterreinen voor grote groepen mensen. Rustige natuur en wilde dieren zijn hier allang verdwenen. Dus welbeschouwd is het een heldere boodschap dat wij hier helemaal niet moeten zijn.
Maar waar dan wel?