Spring naar inhoud

Mee bewegen

Onderweg richting Cordoba voelt het onwerkelijk dat er oorlog uitbreekt op het Europese continent. De eerste avond kijken we het journaal, maar daarna besparen we onszelf de tv-beelden en begrenzen we ons tot lezen over de feitelijke gebeurtenissen en de duiding ervan. Oorlog is zo’n complex geheel, waarin grondbezit en de ziekelijke hebzucht van de mens een groot aandeel heeft. Het huidige slagveld bevindt zich dichter bij Nederland, dan wij op dit moment. Dat is een raar idee. Met enige schaamte moeten we erkennen dat het lot van de Oekraïners dieper binnenkomt, dan het oorlogslijden op andere continenten.

Met buikpijn en een surrealistisch gevoel, gaat Klaas toch het architectonische monument ‘de Mezquita van Cordoba’ bezichtigen. Op de fundamenten van een Romeinse tempel bouwden de moren in de 8ste eeuw een moskee, met 780 marmeren zuilen. In de 13de eeuw heroverden de christenen Cordoba en verbouwden zij de moskee tot kathedraal.
Met Klaas zijn liefde voor geschiedenis en cultuur wil hij daar het verleden herbeleven. Ik blijf trouw aan mijzelf door niet mee te gaan en fijn met Pinke in de camper te blijven. Ik ben verbaasd als hij na 1,5 uur alweer terug is. Klaas dácht daar een eeuwenoude geschiedenis te kunnen beleven, maar hij werd getroffen door een eyeopener: 'Dit is Poetin!' De moskee is vernield, misvormd tot een kathedraal. De duidelijke uitstraling van macht en onderdrukking, verhuld door uiterlijk vertoon en de verbeelding van schijnheilige gezichten... waaruit gebrek aan werkelijkheidsbesef spreekt. Het heeft iets heel anders met Klaas gedaan, dan hij verwachtte.

In het noorden van Andalusië gaan we naar Sierra de Andújar. Vorig jaar hebben we hier een geweldige tijd gehad in dit natuurpark bekend om de vele wilde dieren, zoals de otter, herten en de zeldzame Iberische lynx.
Vanuit de lawaaiige wereld rijden we… het lawaai binnen. Aan de Jándula-rivier, midden in de natuur met stilte-bordjes, heeft een clubje een feest met harde muziek, die door de langgerekte vallei schalt. Sommige stedelingen nemen het recht op lawaai en vervuiling, als geheel vanzelfsprekend overal mee naar toe. Moedeloosheid valt over me heen. Op de uitgesleten granietrotsen aan de meanderende rivier, sta ik met vriendelijkheid mijzelf toe, de pijnlijke gevoelens over de omgang met de natuur te observeren. Te midden van geschreeuw en muziek maak ik contact met de stilte in mij, die ik laat resoneren met de verstillende schoonheid van het gebied. En dat lukt, wonderwel. De vogelgeluiden worden eruit gefilterd als ik mijn aandacht daarop richt en ik voel iets vredigs in mij terugkeren.

Het weer is prettig met 16 graden. Het jachtseizoen is net voorbij en, na die eerste dag, komen er vooral natuurliefhebbers. Vanaf de brug zien we de waterschildpadden op de keien zonnen. Er zijn vier wandelingen. Doordat we ons niet meer laten beperken door bezitterige hekwerken nemen we de poort een jachtgebied in, waar bizons grazen. Meteen staan we oog in oog met een kudde edelherten, die ons stil aankijken. Het is een prachtig gezicht. Elke dag zien we kuddes herten, totdat de eigenaar het zware hek op slot doet. Toen waren er nog drie wandelingen over.

Vanuit de camper hebben we uitzicht op de groene vallei en de rivier. Op een ochtend bij het ontbijt, zien we grote kringen in het water. Recht in beeld buitelt een otter door het water, vangt een vis en eet hem op. Wat een te gek schouwspel!
Ons mobiele observatiehuisje wordt snel onderdeel van de natuur en terwijl ik aan het koken ben staan drie reeën op 20 meter te grazen.
De wandeling tussen de bloeiende lavendel omhoog, geeft een geweldig overzicht over de vallei en de stuwdam. Er zijn allerlei soorten vlinders en verschillende soorten langharige rupsen, die nauwelijks te ontwijken zijn. Pinke krijgt er irritatie van, dus toen waren er nog twee wandelingen over.

We drinken koffie met vers gebakken amandelkoek op de rots aan het water, een prachtige, vredige plek. We hebben lol als een mier een stuk amandelschaafsel tussen zijn kaken wegsleept. We observeren hem en helpen obstakels te overwinnen.
De onverharde weg richting het stuwmeer heeft naaldbomen en er kruipen slierten dennenprocessierupsen over de weg, het gevaarlijke broertje van de eikenprocessierups. We moeten erg opletten, dat Pinke er niet opnieuw levensgevaarlijk door verwond raakt. Dus uiteindelijk is er nog één wandeling over, tussen het groen langs de rivier. Af en toe laat een otter zich zien. Het is vogelrijk, met blauwe eksters, groenlingen, de grote bonte specht en de ‘lachende’ groene specht. Zelfs het blauw-oranje ijsvogeltje laat zich zien.

Pinke’s gezondheid is stabiel, Klaas en ik zijn terug in harmonie. Ik studeer en mediteer. Klaas heeft zijn schrijfproject weer opgepakt. Hij geniet van de flow.
Halverwege een wandeling zitten we op een bankje aan het water stil te kijken en te luisteren naar het oneindige gekwetter van de vogels.
Ik kijk een tijdje naar Klaas. Wat ik bij hem voel is onbenoembaar. Hij is zó vertrouwd en tegelijkertijd ongekend en nieuw. Ik vraag: ‘Klaas, ben jij gelukkig?’ Klaas: ‘Ja!’ ‘Waarom?’ ‘Omdat ik me vrij voel’. ‘Vrij waarvan?’ Na een stilte zegt Klaas: ’Vrij van conditioneringen. Vrij van verplichtingen.’
Klaas, als we in de natuur verblijven, herhalen we continue hetzelfde ritme: slapen, koffiedrinken, wandelen, kijken, eten, lezen en schrijven… en altijd met zijn tweetjes. Ook deze weken is elke dag hetzelfde en toch is het nooit saai. Hoe kan dat?‘ Klaas mijmert: ‘De dagen zijn geen herhaling. Elke dag is een vervólg, het vloeit door.’

En dan komt er eindelijk een periode van regen. Portugal en Spanje zijn extreem droog. De Jándula rivier staat 1,5 meter lager dan vorig jaar. Er is nog maar 20% van de neerslag gevallen die normaal in de winter valt. Er zijn nu al waterbesparende maatregelen, want de stuwmeren zijn bijna leeg en de zomer moet nog beginnen. Nadat eerst de grond veel water zal absorberen, is het de vraag of de noodlijdende watervoorziening wel bijgevuld gaat worden.
Met enige moeite krijgen we de camper vanuit het zachte zand weer op de weg. Ons drinkwater begint op te raken, dus we moeten een paar kilometer verderop helder bronwater tappen. Oei! De regen heeft het bronwater met fijn zand vermengd en het water is lichtbruin vertroebeld, maar het smaakt nog prima. Met het flut-straaltje duurt het drie uur tot we 160 liter water getankt hebben.
In de stad Andújar foerageren we voor de komende 3-4 weken. De stad produceert een berg aan prikkels. Het duizelt me. De mensen haasten zich op weg naar van alles, zonder ooit aan te komen. De onrust die er hangt is stressvol. We worden er moe van, maar slapen toch slecht. Het kost moeite om hier de aandacht te richten op wat echt belangrijk is.
Vanwege de zuidelijke wind is het warm en de meegevoerde Sahara-stof kleurt de lucht rood. Het stof prikt in de ogen. Mensen lopen met mondkapjes op en nu niet meer vanwege covid. Dit mars-landschap valt samen met Poetins onvoorspelbare oorlog: de wereld voelt unheimisch, dreigend...