Spring naar inhoud

Wild Life

Nét buiten het beschermde natuurgebied van Sierra de Andújar, nemen we een drie meter breed weggetje, dat ooit geasfalteerd was. Hopende dat er geen tegenliggers komen slalom ik 10 km lang tussen struiken, over boomwortels en om gaten in de weg. We kennen de route van vorig jaar en herkennen het konijnenhol in het wegdek. Na een half uur bereiken we de 9 km lange, onverharde weg naar de vallei, waar een groep Iberische lynxen verblijft; de kleinste, wilde katachtige ter wereld, die bijna uitgestorven was.

De camper kan hier maar 5 km per uur. Als een terreinwagen nemen alle banden ieder de verschillende formaten kuilen. We schudden en schommelen op onze stoelen, de kopjes bungelen driftig aan de haken en het bestek rammelt zenuwachtig in de la. De eerste 4 km rijden we door een uitbundig bloemig weidelandschap, met oude eiken en de uitgelopen essen in lentegroen blad. Dat gaat over in een groene vallei. Het pad dat slingert om de uitlopers van de berg, is afgeschermd met hekwerken. De mens is hier begrenst en de dieren zijn vrij in hun omgeving.
Vorig jaar hadden we hier de jack-pot aan wild observaties. Met als hoogtepunt Rafiki, een jonge mannetjes lynx, die een oogje op Pinke had. We nemen ons voor om nu, zonder verwachtingen, met open blik, de omgeving in ons op te nemen. Maar dat mislukt meteen als we binnen een uur al een kudde steenbokken treffen. Ze zijn alert, maar niet angstig. (Filmpjes)

Het is droog, bewolkt en winderig fris. De voorraad groenten kan mooi buiten hangen, want er is te weinig zonnestroom voor de koelbox. Ook voor de computers is de stroom op rantsoen, maar gelukkig hebben we papieren boeken bij ons.
Na 2 dagen stad is het een verademing om hier weer te wandelen. De rust en schoonheid dringen door, tot diep in mijn wezen. Mijn levensenergie gaat weer stromen. Het groen van de natuur is mijn thuis, de bloemenpracht is een feestelijke versiering en de dieren zijn mijn familie. De camper is onze shelter, een schuilhut met alle comfort die we wensen. Dit is leven in overvloed!

Er zijn enkele andere wild-spotters, die slapen in hun jeep of camperbusje, op zo'n 300 meter van elkaar langs deze ene weg. Tussen de zoemende insecten staan ze geduldig, urenlang met hun verrekijkers te kijken over de vallei en de bergwanden, of er dieren zijn waarvan ze hun natuurlijke gedrag kunnen observeren. De sfeer is zó vredig! Eenvoudig leven, geen lawaai, geen onrust, vriendelijk, verankerd in zichzelf.
Elke wandeling zien we dieren. Beneden in het dal grazen reeën. Een cluppie jonge steenbokken trekt over de bergwand. (Filmpje) Pinke geniet van alle wildgeurtjes en neemt haar tijd om alles op te snuiven. Naast eksters en duiven, laat de groene specht zich duidelijk zien én horen. De gieren cirkelen boven de bergkam. De koppeltjes rode patrijzen zien er bijzonder uit met hun verendracht. Wij schrikken als zij geschrokken opvliegen, wanneer we langslopen, krijsend en met paniekerig klapperende vleugels.

 In het weekeind ontmoeten we na een jaar Natalia weer. Met haar vriend observeert ze al vele jaren de lynxen en ze kan veel vertellen over dit gebied. Zij doen dit voor hun plezier en de kennis geven ze door aan het Lynx-Rescue-Team, dat de soort weer op peil brengt. Daarnaast gaat hun beeldmateriaal naar twee onderzoekers die het gedrag van de Iberische lynx bestuderen. In het dagelijkse leven is Natalia natuurkundedocent en de weekeinden in de natuur geeft haar leven balans. We communiceren in het Engels en het is een leuk weerzien.
We staren een tijdje met hen mee, terwijl we veilig corona-afstand houden. Natalia deelt met ons wanneer ze een lynxnest ontdekt, op 500 meter afstand. Er zijn momenteel vier lynxen in dit gebied, waarvan maar één vruchtbaar vrouwtje. Het is de moeder van Rafiki, die met hangende tepels rondstruint op één plek. Zij moet een nieuw nest jonkies hebben. Deze zullen net geboren zijn en nog blind, vertelt Natalia. Dat we deze kennis ontvangen is verrijkend. We mogen meekijken door haar telescoop en ze wijst aan achter welke rots het nest zich bevind.
Wanneer Natalia naar huis keert voor een week lesgeven, parkeren wij op hun plaats bij het observatieplatform. Het weekeind was zonnig, maar nu is het 12 graden, zwaar bewolkt en af en toe regen. Prachtige wolkenluchten drijven over en de scherpgetekende regenbogen zijn compleet zichtbaar van vallei tot vallei.
De camper is onze behaaglijke observatie hut, waar ik de verrekijker en het fototoestel met een statief opstel. De eerste dag tuur ik vaak en lang of ik een lynx zie. Ik zie vogels, een edelhert, konijntjes, maar geen lynx. De tweede dag heb ik al minder zin. Ik realiseer me dat ik in de modus ben geraakt van ‘jagen op resultaat’. Het vervult me niet. Het FOMO-gevoel heeft me beslopen: Fear Of Missing Out, bang dat ik iets mis wanneer ik niet kijk. De open verwondering waarin alles mag ontstaan is verdwenen.
Ineens komt de provincie borden plaatsen, van 21.00- 7.00 uur mag daar niet in de auto verbleven worden. De ingenieur legt uit dat de oorzaak ligt bij een te grote groep die in december en januari hier verblijft, als de lynxen krols en dus zeer actief zijn. Hij heeft geen bezwaar tegen ons, maar hij waarschuwt dat we vanaf nu toch bekeurd kunnen worden door de politie. We rijden 2 kilometer verder naar de stuwdam, waar geen overnachtingverbod is. Zonder het speurwerk vind ik weer ontspanning, dus op dit moment is het verbod een kadootje.

De rivier in de diepte, stroomt nauwelijks meer. In de avond zijn daar vele kwakende kikkers te horen. De massieve bergwanden zijn fascinerend! Twee dartele valkjes vliegen over. En twee snoezige steenbokjes zijn geïnteresseerd in Pinke, maar bang voor ons. Terwijl ze geboeid kijken gaan ze aan de rand van het vlakke veldje even op twee stenen staan, dat voelt blijkbaar vertrouwd. Als ik de volgende dag Pinke loslaat op het veldje, rent ze blij haar vrijheid tegemoet. Ik staar naar de gieren boven de bergtoppen. Eén komt steeds dichterbij en cirkelt op de thermiek. Dan zie ik hem steeds lager cirkelen, dalend… naar Pinke. Ik twijfel nog even om te kijken of hij haar écht als aas zou vangen, maar Pinke is me te dierbaar om dit af te wachten. De gier vliegt weg, als ik naar Pinke toeloop.
 

Voordat er buien komen die de steile zandweg omhoog onbegaanbaar maken, keren we terug naar de lynxvallei. We hebben nog voor een halve week water. Het is 1,5 uur naar de waterbron, vanwege de beroerde weg. Verlaten we dit gebied al na 2 weken? Qua boodschappen kunnen we nog een tijdje door. De eerste week moesten de champignons op, de groene asperges en de buitenste slabladeren. De tweede week eten we nog courgettes, tomaten, selderij en de rest van de sla. Voor week drie hebben we nog wortels, enkele paprika’s en zelfs stronkjes witlof. De pompoen, koolsoorten, uien en groenten in pot kunnen nog langer mee. We hebben geluk met de regen. We vangen 30 liter regenwater op voor (af)wassen, om het bronwater voor de innerlijke mens te bewaren. Zo kunnen we een dikke week langer blijven. Rijk hoor, om te leven met de natuur.

De zon keert terug en Natalia en co zijn er inmiddels ook weer. Het is ook voor hen voor het eerst dat ze zo'n nest kunnen observeren. Zij staan geparkeerd op dezelfde plek. Het verbodsbord is verdwenen. Iemand heeft het in de vallei geknikkerd, daar zien we het liggen. Natalia legt ons uit dat het volgens de landelijke wet legaal is, om hier ’s nachts te overnachten in je auto, want dit is buiten het beschermde natuurgebied. De jagers proberen via lobby de natuurliefhebbers weg te krijgen, want in december en januari willen zij het gebied voor zichzelf, om wild af te knallen.
Natalia vertelt enthousiast over het gedrag van de lynx, dat ze gezien hebben: de moeder-lynx liep een uitgebreid een rondje om het nest ter controle, alvorens ze een paar uur ging jagen.
Natalia is blij met mijn observatie dat ik veel meer konijnen zie dan vorig jaar. Een lynx eet 1 konijn per dag, dus 4 lynxen x 365 dagen… De medewerker van het Rescueteam gaat het gebied in, om extra konijn te bezorgen aan de moeder-lynx. Zo gauw deze het door heeft rent ze achter de man aan. Gewoonlijk overleeft 1 kitten de nestperiode, maar als de moeder extra voer krijgt is de kans groter dat 2 kittens het overleven. Goed voor het hertellen van de soort. Een uurtje later heeft de moeder vermoedelijk 2 konijnen verorberd. Natalia ziet door de telescoop de lynx terug komen, met een stuk konijn in haar bek. Ze legt uit dat de kleintjes hier vermoedelijk mee spelen, om eraan gewend te raken.

Het nieuws over het lynxnest is flink verspreid, want er komen steeds meer mensen kijken. Zo ook de commerciële lynxwatchers met klanten. Daar hangt onrust omheen, want er móet in een paar uur wel wat gescoord zijn, dus er wordt veel op en neer gereden. Als ze 10 minuten gekeken hebben zonder resultaat, komen de mobieltjes tevoorschijn en ontstaat er een brallerig gekwek. Er staan soms wel 15 telescopen naast elkaar op een rijtje en bijna iedereen heeft een camera met een telelens van een halve meter om de nek hangen.
Wij zijn aan de andere kant van de vallei gaan staan, waar het rustig is. We genieten heel bewust van de vrede en vrijheid, wetend dat het een wrang contrast is met het lijden in de wereld dat mensen elkaar aandoen.
Twee keer per dag maken we de wandeling naar de spottersplek. Doordat het wild overal gezien kan worden, blijft dit schitterende gebied boeien. Als we een tijdje het lynxnest observeren met onze eenvoudige verrekijker en compactcamera, zie ik een konijntje op de rots zitten. Maar als het konijn opstaat zie ik aan de poten dat het de lynx is! We zijn verwonderd nu ons de verhoudingen duidelijk worden, tussen de gigantische rotsblokken en deze kleine Iberische lynx.
  
Klaas blijft meer in de camper om te schrijven en ik ga vaker een uurtje zitten spotten. Elke dag zie ik langs de route een 10 cm groot steenuiltje zitten, op een strategische plek om muisjes te vangen.
Sommige dagen ben ik samen met enkele andere spotters en is het stil. We tippen elkaar waar er wild te zien is, en zonder praten heerst er een verbondenheid met elkaar. Het is een rijke ervaring met andere mensen.

Het is bijzonder dat juist nu, een vriendin een door haarzelf geschreven gedicht stuurt, n.a.v. de zin: ‘[…] dan op zijn minst van een wilder leven te dromen.’ (Uit: ‘Ik ben een eiland’ van Tamsin Calidas.)
Het laatste weekeind met Natalia en partner, blijkt de 2 jaar oude Rafiki een moederskindje, die het nest in en uit loopt. Als moeder opwarmt in de zon, blijft hij bij de kleintjes. Door de telescoop zie ik de scherpe tekeningen van haar vacht als ze op de rots ligt op te warmen in de zon. Ook gaan moeder en zoon samen op jacht.
Er zijn deze dagen ook twee Engelse natuurliefhebbers. Het samenzijn met zijn vijven, bevat zowel ongedwongen stilte, het delen van natuurervaringen met elkaar en altijd de vrijheid om zonder reden weg te lopem. Als ik Klaas mijn ervaringen vertel, zegt hij dat ik ‘helemaal bij de familie hoor’. Dat is voor mij een aparte opmerking, want zo voelt het niet. In mijn leven is namelijk de ervaring dat je je bij familie moet aanpassen, maar hier kan ik juist mijzelf zijn.

De laatste dagen verkassen we naar het bloemige weidelandschap. Ook weer schitterend! De edelherten en damherten grazen er. We horen weer eens de koekoek, die aan zijn broedseizoen is begonnen. En op onze laatste dag ‘hop-hop-hop’, toont onze mascotte zijn levenswijze. (Filmpje)
Tabee hop! Tot volgend jaar!