Net buiten het prachtige natuurpark Los Barruecos, met de bemoste oerkeien, staan we met de camper achteraf bij de ezeltjes. Lekker rustig nemen we de tijd om te aarden en… daar is ineens: de hop! Onze gevederde mascotte die alleen in extensief beheerd gebied voorkomt. Hij geeft ons een warm welkom-gevoel.
Meteen de volgende dag ruimen we het zwerfvuil in de omgeving op. Als dank voor moeder natuur, de gemeente Cáseres én ook voor onszelf. Zo hebben wij ook dagen lang plezier van een fris uitzicht op een groene omgeving, vol gele weilandbloemen.
Dan begint er een regenweek en de eerste 48 uur valt er al 100 liter per m2. Het stuwmeer van de oude wolfabriek staat al gauw 1,5 meter hoger en de 'overloop’ blijft de hele week overstromen.
We wachten rustig af. Alleen betekenen regenluchten ook geen zon en dus nauwelijks stroomtoevoer via de zonnepanelen. We willen beiden écht niet opgesloten op een camping staan, dus rantsoeneren is dan de enige optie. Het kost even moeite om los te komen van onze computerbezigheden en een papieren boek ter hand te nemen.
Ik probeer optimistisch te blijven, bak een fruitkoek en duik dan in een boek over permacultuur. Klaas kan nu niet verder met zijn molenverhaal en opent nog wat mokkend een geschiedenisboek... Het heeft even tijd nodig, maar na een uurtje is ook hij weer geheel geboeid in de materie.
Terwijl het in Norg ruim 10 graden schijnt te vriezen, zijn hier de nachten uitzonderlijk warm, met 16 graden. Een verschil van ruim 26 graden! We zijn niks te vroeg vertrokken uit NL.
Wanneer de regen voorbij is blijven we nog even een weekeindje. We wandelen tussen de granieten rotsstenen, die in de loop van 575 miljoen jaar gevormd zijn, nadat Spanje is losgescheurd van Afrika door vulkanische activiteit. Door erosie konden lage, ronde rotsformaties ontstaan in het harde graniet, soms balancerend op andere blokken, soms met bijzondere vormen, of oprijzend als een steile, afgeplatte heuvel. De bodem diende als een natuurlijke wateropvang en er ontstonden meertjes en stroompjes.
Het gebied werd al vroeg bewoond. We vinden de rotstekeningen die dateren van zo′n 15.000 tot 100.000 jaar geleden. In het park liggen vier stuwmeertjes. Uit de 19e eeuw rest een wolwasmolen.
Het surrealistische landschap wordt gecompleteerd door tientallen ooievaars die nestelen boven op de rotsformaties. We horen de vogels aan alle kanten klepperen en drinken er onze koffie, terwijl we ze observeren. Net als wij, komen ze uit noord Europa en hebben hier hun winterverblijf.
De twee corona-jaren hebben we veel tijd doorgebracht in Portugal en we besluiten om het dit jaar bij de natuur van zuidwest Spanje te laten. We streven ernaar deze vijf maanden niet meer dan 6000 km te rijden. Spanje is ook vrijer dan Portugal met overnachten in een geparkeerde camper.
Een week voor kerst doen we dusdanig boodschappen, dat we pas in het nieuw jaar weer hoeven foerageren. De drukte kunnen we zo vermijden. We rijden 200 km zuidelijker en parkeren in het berggebiedje Sierra Norte da Sevilla, bij enkele watervallen. Het is wel aardig, maar de vele hekwerken doen afbreuk aan het gebied. Op de bergwanden staan grijsgroene steeneiken. Overbegrazing door geiten en schapen heeft de grond grauw en kaal gemaakt.
Snel door naar een fijner plekje bij een oude ijzermijn, met een prachtig stuk karstgebergte. Karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door chemische verwering ten gevolge van de zure eigenschappen van regenwater. Als gevolg van de mijnen is de aarde weggespoeld.
Na een verkwikkende ochtendwandeling zitten we genoeglijk in ons huisje van 12m2. Klaas pakt het schrijven van artikelen over de Terschellinger molens op.
Ik ben detailfoto's van het weideland aan het determineren, om een overzicht te maken van de aanwezige biodiversiteit. Mooi als startpunt om de kwaliteitsontwikkeling de komende jaren in kaart te brengen. Zo’n 75 soorten planten en zo’n 60 diersoorten heb ik in 2022 vast kunnen leggen met de camera. Het is niet slecht qua diversiteit, maar het zijn nagenoeg allemaal algemene soorten. Ik geniet van alle bloemetjes en zie op de foto’s mijn geliefde kikkers, reeën, libellen, vlinders en rupsen, meesjes, de buizerd, klauwier en het nieuwsgierige roodborstje met zijn zwarte kraaloogjes. Allemaal beroeren ze mijn hart. Het maakt me opnieuw ontzettend blij en enthousiast… Ik voel hoe het danst van binnen!
Onze dagen hebben een voortreffelijke eenvoud: de watertank is gevuld met regenwater, bronwater hebben we in 8 liter flessen, Klaas bakt een suikervrij appeltaartje, ik kortwiek de haren van ons alle drie en we staan onszelf toe nog wat te treuzelen voor we een complete wasbeurt doen. Het droge brood knappen we op in een bakpannetje tot een knapperig, geurende toast die van binnen zacht en vers is geworden.
Onverstoord mogen we de hele dag doen waar ons hart naar uitgaat. De dag is elke keer omgevlogen, wanneer we voldaan, lekker vroeg ons mandje in duiken. Een heerlijk leven, ‘zonder opsmuk of andere ruis’, vat een vriendin het treffend samen.
We trekken westelijk in dit rustige gebied en brengen spontaan een bezoekje aan een 15de -eeuws klooster, voorheen van Kartuizermonniken; een contemplatieve orde van kluizenaars. Karthuizers proberen de moderne maatschappij zoveel mogelijk buiten te houden. Ze streven naar verlichting door stilte en eenzaamheid op te zoeken. De deels gerestaureerde ruïnes zijn nu een kleinschalig centrum voor cultuur en moderne kunst. Het is een inspirerende plek waar filosofen en kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten. Deze verrassinkjes vinden we minstens even leuk als een toeristische bezienswaardigheid.
We rijden verder over smalle, brakke wegen. Gelukkig komen we op deze momenten geen tegenliggers tegen, want, al zijn het geen diepe ravijnen, met de camper tien meter omlaag rollen kan even hachelijk zijn. Speurend naar herten en de wolf heeft het glooiende landschap toch iets boeiends. Helaas zien we alleen een haas en een prachtige vos, doodgereden op de weg.
Ons volgende plekje is bij de meanderende Cala rivier. We lopen langs de waterstroom, die zijn pad baant tussen prachtig uitgesleten stenen door. In de verbreding is het water kalm en daar zien we tot onze verrassing schildpadden. Ze zijn erg schuw, dus in stilte, wijzend en kijkend, lopen we elke dag dezelfde route.
De jaarwisseling brengen we door bij Minas de Riotinto, op afstand van geknal. In het omgewoelde mijngebied van 35 km2, is moeder aarde gedwongen haar binnenste kleuren te tonen! Schitterende kleuren in een bizar maanlandschap, waar weinig natuur is en alleen invasieve exoten hun wortel in de grond krijgen.
We nemen koffie mee als we een rondwandeling maken. Over de kunstmatig gecreëerde berg van stenen (achter de camper) loopt een slingerpad omhoog. De wandeling gaat om een oude mijnschacht, waar zich in de diepte een binnenmeer heeft gevormd. Over de steile wanden lopen indrukwekkend felle kleuren in elkaar over: rood, roze, oranje, geel, paars, bruin, grijs, wit…
Bij terugkomst maken we in co-creatie veganistisch 'worstenbrood'. Fijn dat we aan boord zelf kunnen bakken. We smikkelen, kijken naar de lezing 'De mystiek van de Nieuwe tijd' en om half tien is onze innerlijke accu leeg. We gaan moe en voldaan slapen, om in 2023 weer fris en tevreden wakker te worden.
Afgelopen weken heeft ‘Het boek Louis’ van Joris Linssen me geroerd. Joris schijnt een bekende tv-presentator te zijn. Zijn stiefvader Louis heeft een onwaarschijnlijk levensverhaal. Met Louis’ dochter Susan heb ik jarenlang in een woongroep gewoond en zij werd een vriendin. Nadat onze levens uit elkaar gegroeid zijn, hebben we sinds twee jaar weer contact. Zij vertelde van dit boek over het bizarre leven van haar inspirerende vader. Louis’ en Susan’s verhaal raken me, ook omdat het reflecties geeft op mijn eigen levensverhaal. Het is een pakkend boek, waarin het échte leven en het échte doodgaan heel bewust beleefd wordt. Het is bijzonder gedetailleerd en intiem beschreven. De levenswijsheden zullen me bij blijven. Tussen Susan en mij is het boek een dankbare ingang voor een oprechte uitwisseling van gevoelens.
Joris zelf biedt me een inzicht in mijn huidige leven. Hij beschrijft hoe hij, als 17 jarige anarchist, zich buiten de maatschappij eenzaam en onvervuld voelde, en dat hij liever van binnenuit het systeem wilde veranderen. Wel heeft hij altijd een fascinatie en bewondering gehouden voor mensen die het aan kunnen om buiten het systeem te leven, zoals zijn stiefvader Louis.
Het stemt me tot nadenken: Ik voel me juist eenzaam en onbevredigd binnen die maatschappij, daarin kan ik niet leven. Ik heb ervoor gekozen om niet meer te proberen eraan mee te doen. Daarentegen doet de westerse samenleving niet mee aan het leven in harmonie met andere levensvormen op aarde. Sinds ik de aansluiting op het systeem heb losgelaten, vind ik juist een wereld aan leven!
Ik leer accepteren dat het onmogelijk is voor een individu om ‘het systeem te kunnen veranderen’. Het enige dat ik kan doen is zelf leven in overeenstemming met mijn waarden, rekening houdend met een leefbare planeet. Zó leven dat het van binnen danst.’